Medicatie
Het is belangrijk dat de anti-epileptische medicatie (ASM) regelmatig genomen wordt. Volg stipt het voorschrift van uw arts voor het innemen van de medicatie. Stop de inname niet en verander de dosis niet (noch minder, noch meer) zonder overleg met uw arts. Dit kan gevaarlijk zijn. Als je vergeten bent om ze in te nemen, informeer je dan bij jouw dokter of deze inname al dan niet moet ingehaald worden.
Als de dosis geneesmiddelen in het bloed te hoog is, kunnen er neveneffecten optreden: slapeloosheid, evenwichtsstoornissen… Bij verontrustende symptomen, contacteer dan jouw arts zo snel mogelijk. Als de aanvallen plots zouden vermeerderen, of als er een verandering optreedt in het type van de aanval, signaleer dit dan aan jouw arts.
De medicatie van andere personen met epilepsie kan verschillen van de jouwe, omdat ook hun epilepsie anders is. Het is beter de medicatie die je gedurende de dag zal innemen, vooraf klaar te maken (er bestaan medicatiedozen hiervoor). Hierdoor kan een vergissing vermeden worden.
Sommige ASM hebben invloed op andere medicijnen die je gebruikt. Er treedt zogenaamde interactie op : de stoffen van de verschillende medicijnen reageren op elkaar en maken de werking sterker of juist zwakker. Krijg je een nieuw medicijn opgestart, vermeld dan welke medicijnen je tegen epilepsie neemt. De arts kan dan mogelijke interacties bekijken.
Hier vind je meer over de medicamenteuze behandeling én mogelijke alternatieven als jouw epilepsie niet voldoende onder controle geraakt.