Overslaan en naar de inhoud gaan

Functionele aanvallen (FNEA / PNEA)

Sommige mensen hebben aanvallen die erg op epileptische aanvallen kunnen lijken, maar dat niet zijn. Bij deze aanvallen zijn er geen elektrische verstoringen in de hersenen zoals bij epilepsie. De diagnose wordt meestal gesteld door een neuroloog. 
Er bestaan verschillende termen voor deze aanvallen, onder andere functionele (niet-epileptische) aanvallen (FNEA) of psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA). Functionele aanvallen zijn de meest voorkomende functionele neurologische symptoom stoornis (FNSS). 
Wie geconfronteerd wordt met functionele aanvallen krijgt nog al te vaak te maken met vooroordelen, stigma en hierdoor ook met een lange zoektocht naar de geschikte behandeling. 

GEEN EPILEPSIE?
Functionele aanvallen lijken op epileptische aanvallen zonder dat er sprake is van epileptiforme activiteit in het brein. Deze aanvallen zijn een uiting van een functioneel neurologisch probleem waarbij er sprake is van een ‘functiestoornis’ van de hersenen (= de hersenen werken niet meer zoals ze normaal werken). 
Vaak duren de aanvallen bijvoorbeeld langer. En als er schokken zijn, kunnen ze variëren in hoe vaak en waar ze in het lichaam voorkomen. (Kinder-) Neurologen kunnen aan de manier waarop de aanvallen eruit zien soms al zeggen of deze passen bij een functionele aanval. Soms kan een EEG (een hersenfilmpje) nodig zijn om hier meer duidelijkheid over te krijgen. Een EEG meet de elektrische activiteit in de hersenen. Als iemand een aanval heeft tijdens een EEG, zijn er bij mensen met functionele aanvallen geen afwijkingen te zien op het EEG.
Hoe functionele aanvallen precies ontstaan, is niet bekend. Wel zijn er vaak onderliggende risicofactoren of ‘triggers’ (uitlokkers) aan te wijzen. Bij de meeste mensen is er sprake van psychologische factoren. Voorbeelden zijn psychisch trauma, angststoornissen of depressie. Ook spanningen of angst door ziekte, bijvoorbeeld na een hartaanval of ernstige infectie kunnen een trigger zijn. Welke factoren een rol spelen is bij iedereen anders en soms is het niet duidelijk waarom iemand functionele aanvallen krijgt. Mensen met epilepsie hebben meer kans op het krijgen van functionele aanvallen. Sommige mensen hebben een combinatie van epileptische en functionele aanvallen. 
Net zoals bij epilepsie, hebben deze functionele aanvallen een heel grote impact op onderwijs, werk en onafhankelijkheid.

ZIJN FUNCTIONELE AANVALLEN ECHTE AANVALLEN? 
Ja, dit zijn echte aanvallen. Mensen met functionele aanvallen krijgen aanvallen die erg lijken op epileptische aanvallen. Mensen kunnen zich bij deze aanvallen pijn doen en gewond raken. Sommige mensen voelen deze aanvallen aankomen en kunnen op een veilige manier gaan zitten, anderen kunnen een aanval tijdelijk onderdrukken. Belangrijk om te weten is dat de aanvallen onbewust zijn. Dat wil zeggen dat het iemand overkomt en dat die persoon er geen controle over heeft.
Maar, in tegenstelling tot epilepsie, bestaan er geen testen of geschikte beeldvorming om FNEA/PNEA vast te stellen. Bovendien zijn de enige evidence-based behandelingen van psychologische aard, zoals cognitieve gedragstherapie. Dit zorgt ervoor dat mensen met FNEA/PNEA vaak een stigma ervaren van “niets medisch aan de hand” maar een psychische aandoening.  Die erkenning is nochtans cruciaal in het behandelingsproces.

Artikel PNEA/FNEA Epikrant 38/2

Andere aandoeningen die op epilepsie kunnen lijken

Breath-holding-spells zijn aanvallen waarbij jonge kinderen (meestal tussen de 6 maanden en vijf jaar) hun adem inhouden, waardoor ze blauw aanlopen en uiteindelijk buiten bewustzijn kunnen raken. Breath holding spells komen meestal voor in situaties waarin het kind erg boos of gefrustreerd is, erg bang is of pijn heeft. Het kind weet niet goed hoe het met deze gevoelens om moet gaan en daardoor vergeet het kind adem te halen.

Een syncope is een aanval waarbij kinderen of volwassenen kortdurend bewusteloos zijn en slap worden in hun spieren als gevolg van een te lage bloeddruk en/of een te lage hartslag die na korte tijd weer verbetert. Soms kan het lichaam hier ook bij schokken en zelfs gepaard gaan met urine verlies. 

Bewustzijnsverlies ten gevolge van een hartritme stoornis. Net zoals bij een syncope kan dit lijken op epileptische aanvallen. De omstandigheden van de wegrakingen (bijvoorbeeld tijdens inspanning, in liggende houding of bij schrik) kunnen in deze richting wijzen. Om dit uit te sluiten kan een hartfilmpje (ECG: Elektrocardiogram) nodig zijn.

Door een te snelle ademhaling krijg je soms tintelingen in de vingers of een stijf gevoel in de tong, handen en borstkas. Ook kunnen krampen in je lichaam ontstaan, wat lijkt op een epileptische aanval.

Bij een te laag bloedsuikergehalte kunnen allerlei gedragsveranderingen ontstaan die lijken op een focale aanval met verminderd bewustzijn. Heel soms kan een te lage glycemie ook een aanval uitlokken (veelal tonisch-clonische aanval). 

Migraine (of hevige hoofdpijn) kan soms vooraf gegaan worden door flikkeringen aan één oog (of beide ogen). Dat kan lijken op een focale aanval. Bij migraine ontstaan de klachten meestal geleidelijker en gaat gepaard met hoofdpijn. Epilepsie en migraine kunnen naast elkaar voorkomen. 

Narcolepsie is een aandoening met een verstoord slaap-waakpatroon die gekenmerkt wordt door slaapaanvallen overdag, verstoorde slaap in de nacht en bij een deel van de kinderen en volwassenen ook een verslapping van de spieren bij lachen of huilen. 

Een myoclonie is een kortdurende verandering in spierspanning waardoor plotseling een onbedoelde snelle schokkende beweging ontstaat in het lichaam. Er bestaan verschillende oorzaken voor het ontstaan van myoclonieën. Myoclonieën komen vaak voor bij het inslapen (slaap myoclonieën) en zijn volledig normaal. Myoclonieën kunnen ook een gevolg van epilepsie zijn, maar er kunnen ook andere oorzaken zijn zoals genetische aandoeningen, stofwisselingsziekten of opgelopen hersenschade.

Hyperekplexia is een aandoening waarbij de spieren verstijven wanneer bij schrikken van een gering geluid of lichte aanraking. Tijdens deze plotselinge verstijving blijven kinderen en volwassenen gewoon bij bewustzijn, zij maken alles bewust mee.