Noodprotocol
Als leerkracht en school, als collega en werkgever, is het belangrijk om hulp te bieden aan iedereen die een medische noodsituatie heeft. In België is er een wet "eerste hulp en dringende verzorging aan slachtoffers van een ongeval of ongesteldheid" waardoor iedereen verplicht is hulp te verlenen aan een persoon in nood. Dit geldt overal en dus ook op school en op het werk, zolang de hulpverlener zelf geen gevaar loopt.
Maar, het toedienen van geneesmiddelen valt NIET onder eerste hulp in deze wet. Het geven van geneesmiddelen is voorbehouden aan artsen, apotheken en andere medische beroepsgroepen (verpleegkundigen, tandartsen...). Als niet medische geschoolde personen geneesmiddelen geven aan een ander, is dit dus in principe strafbaar.
Verantwoordelijken in een school mogen dus wettelijk geen medicatie toedienen aan een kind. Maar, dit kan wél bij een duidelijke (schriftelijke) instructie van de ouders of op voorschrift van een arts. In die omstandigheden ligt de verantwoordelijkheid dan immers bij de arts of bij de ouders als wettelijke vertegenwoordiger van het kind. De leerkracht kan dan nooit verantwoordelijk zijn voor het toedienen van de medicatie als er toestemming is.
Zo is het goed om bij noodmedicatie (bv. bij epilepsie of epi-pen bij allergieën) op voorhand duidelijke afspraken te maken eventueel samen met de (CLB-)arts. Op die manier is het voor iedereen duidelijk waarom, wanneer en hoe medicatie moet toegediend worden. Dit geeft leerkrachten (die dit wensen want niemand kan verplicht worden) de ruimte om effectief hulp te bieden bij een leerling indien hij/zij in een medische noodsituatie bevindt.
Duidelijke afspraken geven een geruststelling én een goede medische hulp in een noodsituatie.