Skip to main content

Grote aanval

Grote aanvallen zijn voornamelijk tonisch-clonische aanvallen en tonische aanvallen

Wat te doen bij een grote aanval?

  • Probeer te verhinderen dat de persoon zich kwetst: verwijder harde of gevaarlijke voorwerpen
  • Hou nieuwsgierigen op afstand en laat de aanval natuurlijk verlopen
  • Bescherm het hoofd met iets zachts (jas, kussen...) of met je handen of voorarmen, maak knellende kleding los, en kijk na of de luchtwegen vrij zijn
  • Wanneer mogelijk draai de persoon op de zij in een veiligheidspositie (op de zij naar de grond gekeerd) om de ademhaling te vergemakkelijken.
  • Stel de persoon gerust na het bijkomen. Sommige mensen zijn nog enkele minuten verward, andere hebben meer tijd nodig voor een volledig herstel van het bewustzijn. Zij kunnen nood hebben aan rust of slaap. Sommige mensen hebben hoofdpijn na een aanval. 
  • Blijf bij de betrokkene, observeer wat er gebeurt en neem de tijd op.

Grote aanvallen > wat NIET te doen?

  • De persoon niet proberen op te tillen
  • Nooit iets in de mond steken om tongbeet te vermijden
  • Nooit de persoon te drinken geven voordat zij/hij helemaal bij bewustzijn is
  • De betrokkene niet lastig vallen tijdens de rustperiode

Grote aanvallen > wanneer is medische hulp nodig?

  • Bij een eerste aanval
  • Als de aanval langer duurt dan gewoonlijk bij de betrokkene of als de aanval (schokkende bewegingen) langer dan 5 minuten duurt
  • Als de ene aanval volgt op de andere zonder dat de persoon bij bewustzijn komt
  • Als de persoon een stoot op het hoofd gekregen heeft en niet terug bij bewustzijn komt binnen de 10 minuten na de schokkende bewegingen. Het bewustzijnsverlies kan het gevolg zijn van een hersenschudding (denk eraan: sommige mensen slapen na een aanval, maar zij reageren als men hen wakker schudt; iemand die bewusteloos is reageert niet!)
  • Als de persoon zich ernstig gekwetst heeft (bloeding) of als de persoon zwaar gevallen is en kneuzingen (blauwe plekken) of pijn heeft

NIETS TUSSEN DE TANDEN STEKEN

Dit kan negatieve gevolgen hebben: verstikken, reflex om over te geven, gebroken tanden, ontwrichte kaken.

In het collectief geheugen overleeft soms nog de schrik dat een persoon bij een aanval zijn tong kan inslikken. Dit is onjuist. Men kan zijn tong niet inslikken, maar de persoon die een epilepsieaanval doet kan zich verslikken o.a. op het einde van de tonische fase (verstijvingsfase) of bij de verslappingsfase op het einde van de aanval. Om dit te vermijden moet de persoon op de zij gedraaid worden (zijwaartse veiligheidspositie) opdat het overtollige speeksel naar buiten kan lopen wanneer het slikken nog niet terug normaal is.

 

Vaak is het niet nodig een arts of ziekenwagen te bellen wanneer men weet dat de persoon epilepsie heeft en dat de aanval verloopt zoals gewoonlijk bij die bepaalde persoon.